Sicilia
Populaire druivensoorten op Sicilië: Nero d’Avola, Frapatto, Nerello Mascalese, Grillo, Cattarratto
Het grootste eiland in de Middellandse Zee, Sicilië, heeft een klassiek mediterraan klimaat, met lange zomers en veel zon. Dat is wat massa's bewonderende toeristen naar dit zwoele deel van Italië trekt - en het is ook wat de regio ideaal maakt voor wijnbouw.
Het eiland wordt al lang in verband gebracht met Marsala-wijn, een versterkte wijn die populair werd gemaakt door de Engelse koopman John Woodhouse toen hij deze zoet smakende wijn in 1773 aan het Britse publiek introduceerde.
Na de teloorgang van Marsala begonnen de wijngaarden op Sicilië goedkope tafelwijn in grote hoeveelheden te produceren om mensen met een niet-onderscheidend gehemelte tevreden te stellen. Gelukkig stelden de producenten al snel vraagtekens bij de praktijk en hebben ze hard gewerkt om zich te concentreren op kwaliteit boven kwantiteit.
De donkere Nero d'Avola is de meest populaire druivensoort. Traditioneel wordt het gebruikt als mengdruif, maar de laatste jaren zijn sommige wijnhuizen begonnen met het op de markt brengen van deze zeer veelzijdige druif. Jonge Nero d'Avola heeft de neiging om hoge tannines en rode bessenaroma's te hebben. Naarmate hij ouder wordt, wordt de wijn elegant met zuivere kruidentonen.
Etna Rosso DOC en Etna Bianco DOC, verwijzend naar de rode en witte wijnen die worden geproduceerd op de hellingen van de Etna, zijn zeker het proberen waard. Etna Rosso DOC is gemaakt van een combinatie van Nerello-druiven en heeft een minerale randkarakteristiek. Etna Bianco DOC daarentegen wordt gemaakt van de druivensoort Carricante. De wijn is fris en evenwichtig, met een goed citrusaroma.